
‘Ik weet het, het is warm.’ Met een natte doek dep ik zachtjes zijn huid. ‘Heb je genoeg water?’ Ik laat de zonwering naar beneden. Ik maakte me eerst geen zorgen. Het gebeurt immers vaker, zeker met de vakantie en nu die hitte. Ik werd wel plots bezorgd toen je enkele dagen geleden geel begon te worden. Je overleeft me al zo lang, dit kan het einde toch niet zijn? ‘Komaan,’ prevel ik. ‘Je komt er wel opnieuw door.’
Ik denk aan de dag dat je hier binnen kwam. Jouw wortels liggen niet hier, we adopteerden je jaren geleden. Intussen ben je onderdeel geworden van ons huis, onze thuis. Zo klein als je toen was, zo groot sta je hier nu, volledig opengebloeid.
Jouw palmtakken in de palm van mijn hand. Mijn lieve Ikeapalm, het spijt me dat ik geen beter plantenmens ben, blijf alsjeblieft nog even in leven.
Voor de plantenliefhebbers, er werden geen planten mishandeld bij het schrijven van dit stuk. De palm overleefde.
Plaats een reactie