
Het is de wind die speelt met mijn haar, met het plastic folie van de kaasjes op tafel. Met het gras dat, ondanks alles, tussen de stenen trap groeit.
Terwijl ik zit, kan ik niet anders dan mijn ogen sluiten. Ik voel zijn aanraking, langs mijn wangen, een zweem achterin mijn nek. Mijn schoenen uit, ik voel de koude tussen mijn tenen kruipen, ze krullen. De lucht stroomt langs mijn voetboog over mijn hiel. Moest mijn voet kunnen huiveren dan had hij dat nu gedaan.
En wanneer de wind zwelt, bolt mijn jurk, klimt hij langs mijn benen.
Hij laat nu van zich horen, genoeg kracht om de bladeren te laten ruisen, de takken te bewegen en het tafelkleed te laten dansen. Het glas valt om, wijn doordrenkt het kleed.
De wind verwonderde mij vandaag, als een rode vlek.
Plaats een reactie